
Onze premier maakte gisteren een grapje,voorafgaand aan de tweedaagse top van EU-leiders in Brussel. Ik wist niet dat hij grappig is, jullie wel?
Ik ga een kruistocht beginnen tegen de normen! Zo, dat is er uit. Overal waar ik kom, merk ik dat ik een steeds grotere weerstand krijg tegen regels, procedures en normen. Dat wil niet zeggen dat ze niet handig kunnen zijn, maar te vaak is het een ontzettende dooddoener van creativiteit en ondernemerszin (die zin heb ik van Leen Zevenbergen).
Het gekke is ook dat normen vaak tegelijkertijd in de mond worden genomen met waarden. Een collega van me noemt ze daarom ook wel wormen en maden. Onze premier heeft daar vooral een handje van. En elke keer als hij het er over heeft, hoop ik dat het over waarden gaat en niet over de normen. Maar ik kom iedere keer weer bedrogen uit. Eergisteren heb ik een blogpost gemaakt over Erik van de Loo: Waarom dwalen we steeds verder af van waar het echt om gaat? Daar probeerde ik duidelijk te maken dat we steeds meer bezig zijn om risico’s in te perken in plaats van bezig te zijn met waar het echt om draait: de primaire taak.
Waarden dragen bij om de primaire taak te vervullen en normen zorgen ervoor dat er risico’s worden ingeperkt. Bevorderende en belemmerende factoren, zeg maar. Beter dan waarden zijn principes. In een interview dat ik met Wessel Ganzevoort heb gedaan, vond hij dat ook. Een vergelijking:
Norm: Je loopt niet door een rood stoplicht en wel door groen
Waarde: veiligheid
Principe: let goed op in het verkeer
Je doet zo een beroep op de moraal. Door principes blijven mensen zelf nadenken. Als iemand namelijk de norm negeert en door rood rijdt kun je overreden worden. Bij het principe niet.
Normen zijn vooral belemmerend. Alles wordt meetbaar gemaakt, of nog erger: SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Ik krijg kriebels en jeuk bij de gedachte, maar het zal vast erg helpen.
In plaats van SMART heeft mijn collega Eelke Pol daarom TRUST bedacht. TRUST staat voor: Tweezijdig (dialoog tussen medewerker en leidinggevende), Ruimte geven, Uitdagend (doelen en functie-inhoud), Support (de context, o.a. leidinggevende, moet support bieden) en Transparant (voor iedereen is duidelijk wie wat waarom doet). Veel beter toch? Hiervan krijg ik tenminste zin in m’n werk.
En hoe komt het nu dat we zo in normen denken? Daar worden we in groot gebracht. Gedurende onze schoolperiode worden groot gebracht met cijfers en afrekenmechanismes. Pas als het meetbaar is, kunnen we er iets over zeggen. Ongeacht of dat een objectieve methode is. Laten we daarom nog eens goed naar de tekst van School van Supertramp luisteren: