Vorige week zag ik een documentaire over tweelingen. Op een groot congres dat jaarlijks plaats vindt, worden de één-eiïge in een groep geplaatst en de twee-eiïge tweelingen in een andere groep. Vervolgens werden veel vragen aan deze groepen gesteld, om er achter te komen wat nu nature (aangeboren) is en wat nurture (aangeleerd). Beide groepen hebben hetzelfde meegemaakt qua nurture (even oud, zelfde gezin, enz.), maar niet qua nurture. De groep uit hetzelfde ei heeft namelijk hetzelfde DNA en daarom ook dezelfde nature. De andere groep heeft dat niet.
Om een lang verhaal kort te maken: de groep één-eiïge tweelingen had significant meer gemeen dan de andere groep. Niet alleen qua uiterlijk, maar ook qua gedrag. Hetzelfde gold voor een tweeling die bij de geboorte uit elkaar werd gehaald en op 8 jarige leeftijd elkaar voor het eerst zagen. Net alsof ze elkaar altijd al kenden. Ze vertoonden exact hetzelfde gedrag. Een onethisch, maar prachtig experiment.
Het zet je aan het denken wat dat betekent over alles wat we tot nu dachten te weten over nature en nurture. Ook ik heb altijd gedacht dat je mensen nog heel veel bij kunt brengen, maar als je deze documentaire ziet, begin je daar sterk aan te twijfelen. In de meest simpele vorm gebeurt dit ook bij dieren: als je een dier weghaalt bij de ouders, weten ze vanzelf hoe ze zich moeten gedragen. Ze gaan vanzelf eten, lopen en vluchten bij gevaar. Dieren weten zelfs welk voedsel ze wel en niet moeten eten. En het is ze nooit geleerd! Een duidelijk geval van nature.
En dat geldt ook voor mensen, maar we weten alleen nog niet in welke mate. Wat betekent dat voor de manier waarop wij mensen opleiden? Nu gaan wij uit van nurture: alles wat we nog niet weten wordt bijgebracht. We proberen complete mensen te maken. Maar wat als nu blijkt dat 80% al vastligt, dat we bij onze geboorte eigenlijk al voor het grootste deel kunnen weten hoe deze persoon zich zal ontwikkelen: welk gedrag deze persoon zal ontwikkelen en welke voorkeuren hij/zij heeft. Je zou zelfs al kunnen bepalen welk beroep deze persoon moet gaan uitoefenen: je kent het potje, dus je hoeft alleen nog maar het dekseltje er bij te zoeken.
Je gaat dan uit van de persoon, in plaats van het gewenste beeld dat wij met z’n allen vormen van die persoon (we willen allemaal een deel van onszel in de ander terugzien). Je gaat echt maatwerk leveren, in plaats van de constante trial & error die we nu gebruiken om er achter te komen waar we echt goed in zijn en wat er bij ons past. Ergens is dat wel een mooie gedachte, maar het trial & error proces levert ook veel op: we leren er veel van. Of hebben we dat stiekem ook al bij de geboorte meegekregen?