Ik ben altijd al een groot voorstander geweest van de vrije geest. Mensen die zelf nadenken staan hoog in mijn achting. Mensen die anderen hiermee proberen te helpen staan nog hoger. Bijvoorbeeld door boeken te schrijven. Ik merk alleen dat ik altijd een dubbel gevoel heb bij het lezen van boeken. Het kan namelijk twee kanten op: of je raakt geïnspireerd, of je wordt volgzaam.
Met “volgzaam” bedoel ik dat je het boek vervolgens als de nieuwe waarheid gaat zien. De welbekende timmerman die overal spijkers ziet. In alle facetten van het leven zie je ineens dat het volgens de nieuwe ideologie moet. In plaats van zelf na te denken laat je het denkwerk over aan het boek.
Je kunt ook geïnspireerd raken door boeken. Ze zetten juist aan tot nadenken in plaats van de waarheid te bieden. Ze vertellen niet wat de beste manier is, maar stellen je in staat deze beste manier zelf te vinden. Het is de kunst om de gedachten niet over te nemen, maar om ze voor je te laten werken.
Een interessante vraag is dan ook: zijn religieuze boeken bedoeld om mensen te laten volgen of te inspireren? Ik denk zelf wel eens dat de Bijbel/Koran/Thora bedoeld waren om te inspireren, maar uiteindelijk zijn verworden tot een normenkader. Een kader waarin elke letter, elk woord, elke zin letterlijk wordt genomen. Bij het Boeddhisme geldt hetzelfde. Boedhha heeft nooit volgers gewild (dit heeft hij expliciet gezegd!), maar de meeste volgers aanbidden hem als een god (dit kan ik uit eigen ervaring in Sri Lanka vertellen).
De hamvraag: hoe kun je er als auteur/inspirator voor zorgen dat je mensen blijft inspireren, zonder dat mensen achter je aan gaan rennen en je gaan aanbidden (gelukkig gebeurt dat niet zo snel)?